Helpen bij de Voedselbank

Rinus van Zomeren en Rinus Verhoeckx zijn vrijwilligers bij de Voedselbank in Leerdam. Op maandag zetten ze de spullen die binnenkomen in de schappen. Zo kunnen de cliënten zelf uitzoeken wat ze nodig hebben. Woensdag worden de pakketten samengesteld die zij op donderdag met de bus rondbrengen. Van Zomeren zat net in de VUT toen hij gevraagd werd om een keertje voor de Voedselbank te rijden. “Toen gingen we de spullen nog in Rotterdam halen” Verhoeckx is in Tiel begonnen bij de Voedselbank toen hij weduwe werd. “Geen moment spijt gehad. Ja, toe ik Leerdam begon wel, want toen ontmoette hem”, met een knipoog naar zijn kompaan. Van Zomeren reageert onmiddellijk: “Ik zorg er tenminste voor dat hij van de straat is.” Hiermee is meteen de toon gezet voor het gesprek. “Je zit zo in de armoede. Het kan iedereen overkomen." Schaamte De heren doen het voor de mensen die in armoede leven en zijn blij dat ze kunnen helpen. “Ik dacht dat iedereen gewoon naar de supermarkt kon en voor een euro een broodje kon halen,” vertelt Van Zomeren. “Tot dat je ziet dat dit niet zo is. Ik kan het ruim nemen. Maar niet iedereen kan naar de supermarkt om de winkelkar vol te doen.” Verhoeckx: “Je zit zo in de armoede. Mensen kunnen daar vaak niets aan doen. Het kan iedereen overkomen. Je moet daar geen oordeel over hebben. In een jaar tijd kan je zelf in die situatie terechtkomen.” Zie zien ook dat mensen door schaamte geen gebruik maken van de voedselbank. Van Zomeren kan ik zich dat wel voorstellen: “De eerste stap die mensen moeten zetten is het moeilijkst. Ik heb het meegemaakt dat cliënten gewoon stonden te huilen van schaamte.” Dankbaar Verhoeckx: “Het is in ieder geval dankbaar werk, laat ik het maar zo zeggen. Mensen kunnen helpen. Het gebeurt ook wel dat mensen een kaartje sturen of iets komen brengen voor bij de koffie. Dat geeft een goed gevoel. Ik doe ik het graag, zolang ik het nog kan.” Van Zomeren vult aan: “Dat is het ook waar je het voor doet. Dat geeft een extra voldoening. Het is ook reuze gezellig. Zonder hem dan. Maar daar kan hij niets aan doen.” Cliënten kunnen nu weer naar de Voedselbank komen om zelf te winkelen. Dat is ook belangrijk voor de sociale contacten. “Het zijn ook vaak alleenstaanden die eenzaam zijn,” ziet Van Zomeren. “Ze kunnen nu weer samen een bakkie koffie drinken en even kletsen. Dat is ook belangrijk. Door Corona kon dat een tijd niet. Soms hebben ze het ook nodig hun hart even te luchten. Dan nemen wij ze even apart.” "HET IS ERG DANKBAAR WERK" Plezier De heren hebben veel plezier met elkaar. “Maar we gaan verder niet met elkaar op stap of zo hoor,” haast van Zomeren zich te vermelden. “Ik vind maandagochtend en donderdag wel genoeg!” Verhoeckx laat dit niet over zijn kant gaan: “Ik moet me echt opjutten voor de maandagochtend. De nacht ervoor kan ik er niet van slapen.” En zo gaan de heren de hele dag met elkaar om. “We kunnen het goed vinden samen. We zitten altijd te lachen met z’n tweeën.” Van Zomeren moet nog wel iets kwijt: “Hij moest zich wel aanpassen. Hij kwam uit Rotterdam, dus helemaal geen mensenkennis. Hij is gewoon mensen gaan ontdekken toen hij hier kwam.” Verhoeckx: “Hoor je nou hoe intelligent hij kan praten? Waarom doe je dat ’s maandagsmorgen nou niet?” Van Zomeren: “Dan moet jij maandagochtend die plaat voor je kop eens thuislaten. Dan kan er meer bij je binnenkomen.” Van Zomeren rijdt ook nog 2 dagdelen op een buurtbus. “Ik was met 62 klaar met werken en houd niet van stilzitten. Als ik 95 mag worden, koop ik een paar potten met geraniums. En daar ga ik dan achter zitten.” Verhoeckx knikt instemmend. Daar zijn ze het in ieder geval over eens: de heren zijn nog lang niet van plan te stoppen. Deel deze verhalen en inspireer anderen om ook te helpen! Facebook Twitter LinkedIn Whatsapp Forward

Lees het verhaal

Geïnspireerd...?

Meld je aan

Meer inspiratie?

Bekijk alle verhalen